New Activity
Play Unscramble Letters Game
1. Ik weet dat grote jongens niet moeten ______.
E N U I H L
2. Miljoenen mensen zijn ______ voor het geweld in hun land.
U C T H E V G L
3. Hij stopte de bus zodat die jongen kon ______.
T E N N I A S P P
4. Een fietser kon de wagen niet ______.
K W E T N O N I J
5. Hij heeft een ______ vertrouwen in zijn dokter.
I O O L R N R O D A W A J V K E
6. Hij schopte met de bal een _____ stuk.
T I R U
7. Dit verhaal speelt niet in het verleden maar in het ______ (= de tegenwoordige tijd)
E H N D E
8. De moeder _____ het huilende kindje.
M R O T A M
9. Als je spreekt met een zachte,hoge _, zal je pup daaruit verstaan dat je iets positiefs van hem wilt
E M S T
10. Je hoéft niet zo te _____ hoor! We zijn niet doof of zo!
E H N E W U E S R C