New Activity
Play Quiz
1. 
Feli_iteren
A.
feliciteren
B.
felisiteren
2. 
produ_t
A.
produkt
B.
product
3. 
de kleur ro_ze
A.
roze
B.
rose
4. 
In de _weede _amer wordt regelmatig gedebatteerd.
A.
Tweede kamer
B.
Tweede Kamer
C.
tweede kamer
5. 
wenkbr__wen
A.
wenkbrauwen
B.
wenkbrouwen
6. 
wenkbr__wen
7. 
su__es
A.
succes
B.
sukses
8. 
Het _innenhof ligt in het centrum van _en _aag.
A.
Binnenhof Den haag
B.
binnenhof Den Haag
C.
Binnenhof Den Haag
9. 
te_tiel
A.
tekstiel
B.
textiel
10. 
Tijdens een voorstelling in het theater speelt zich achter de _oulissen van alles af.
A.
coulissen
B.
koelissen
11. 
Dat moment is perfect getime_
A.
getimet
B.
getimed
C.
getaimed
12. 
Wat een geste__el om niets!
A.
gesteggel
B.
gestechel
13. 
stiek_m
A.
stiekum
B.
stiekem
14. 
logi___
A.
logiesch
B.
logies
C.
logisch
15. 
Ik heb die bestanden gesave_
A.
gesaved
B.
gesavet
16. 
rea_ties
A.
reacties
B.
reakties
17. 
bur___s
A.
buroos
B.
bureaus