Om
te
betalen
hebben
we
____________________
nodig
.
Voorbeelden
zijn
1
eurocent
,
2
eurocent
,
5
eurocent
.
.
.
Er
zijn
ook
nog
____________________
.
Hier
heb
je
5
euro
,
10
euro
,
20
euro
.
.
.
Je
kan
een
bedrag
op
____________________
verschillende
manieren
schrijven
.
Je
kan
het
?
-
____________________
gebruiken
of
je
kan
____________________
schrijven
achter
het
bedrag
.
Je
kan
euro
ook
afkorten
.
Dan
schrijf
je
____________________
achter
het
bedrag
.