1
indelen, onderverdelen, classificeren,....
2
Beseffen, doorhebben, inzien, doorgronden
3
gebuurte, nabijheid, kring waar je je in begeeft
4
je weet wat je er mee kan doen
5
leefstijl van een omgeving
6
bruikbaar, van nut
7
je verstand laten werken
9
negatief
10
Kleine ruimtes, vakjes, vierkantjes
11
positief