1
De dieven stalen twee paarden uit de ... . stalen/stallen
2
Kun je het woord spelen eens voor me ... . spelen/spellen
3
De dieven stalen twee paarden uit de ... . stalen/stallen
4
Ik wil graag nog een beetje buiten ... . spelen/spellen
5
Ik wil nog een beetje ... . slapen/slappen
6
Bob en Anje leren vele ... spreken. talen/tallen
7
Durf jij ... plukken in het topje van die boom? peren/perren
8
Vanmiddag is het lekker ... . eten/etten