New Activity
Play Quiz
1. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
katten
B.
katen
2. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
popen
B.
poppen
3. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
mesen
B.
messen
4. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
latten
B.
laten
5. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
bellen
B.
belen
6. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
eten
B.
etten
7. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
schappen
B.
schapen
8. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
apen
B.
appen
9. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
flessen
B.
flesen
10. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
klappen
B.
klapen
11. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
bomen
B.
bommen
12. 
Kies het juiste woord bij de foto.
A.
zwemen
B.
zwemmen