Een
baby
ontstaat
uit
één
eicel
(
____________________
)
.
Vanaf
ongeveer
dertienjarige
leeftijd
,
produceert
een
meisje
/
vrouw
om
de
28
dagen
in
een
van
de
twee
eierstokken
(
____________________
)
een
eicel
.
Het
eitje
zakt
vervolgens
langs
de
eileider
(
____________________
____________________
)
naar
beneden
.
Raakt
de
ovum
niet
bevrucht
,
dan
wordt
het
afgedreven
met
de
bekleding
,
in
de
vorm
van
bloed
:
de
menstruatie
.
Binnen
de
28
dagen
wordt
de
bekleding
van
de
____________________
weer
vernieuwd
.
Tijdens
de
geslachtsgemeenschap
(
____________________
)
produceert
de
man
spermatozoa
,
die
via
de
penis
in
de
vagina
worden
gebracht
en
in
de
richting
van
de
ovaria
zwemmen
.
Komt
een
zaadcel
een
eicel
tegen
,
dan
kan
de
bevruchting
(
____________________
)
plaatsvinden
en
start
een
wondermooi
proces
.
De
vrouw
is
nu
een
zwangere
(
____________________
)
.
De
bevruchte
eicel
hecht
zich
in
de
baarmoeder
(
____________________
)
en
groeit
.
De
ovum
splitst
zich
in
twee
ova
en
zo
gaat
het
proces
door
,
totdat
duizenden
cellen
vorm
krijgen
en
een
ongeboren
kindje
(
____________________
)
ontstaat
.
Het
embryo
ontwikkelt
ledematen
,
hersenen
,
een
____________________
en
organen
.
In
de
uterus
krijgt
het
voeding
via
de
navelstreng
,
tot
het
na
negen
maanden
geboren
wordt
via
een
bevalling
(
____________________
)
of
keizersnede
(
____________________
____________________
)
.
In
de
borsten
(
____________________
)
van
de
moeder
zit
een
borstklier
met
twaalf
tot
zestien
kliertrossen
.
Onder
invloed
van
____________________
groeien
de
mammae
in
de
zwangerschap
en
het
____________________
prolactine
zorgt
voor
de
afscheiding
van
melk
na
de
geboorte
van
het
kind
.
Op
een
kaart
bij
de
verloskundige
,
staan
van
de
termen
?
gravida'
en
?
para'
met
een
cijfer
erachter
.
____________________
staat
voor
de
zwangerschappen
en
para
voor
de
gebaarde
kinderen
.
Hier
kan
een
verschil
tussen
zitten
,
in
het
verdrietige
geval
dat
een
zwangerschap
(
spontaan
)
voorttijdig
is
afgebroken
.
Dan
kan
er
bijvoorbeeld
staat
:
Gravida
:
3
.
Para
:
2
.
In
België
:
A
(
____________________
)
,
G
(
____________________
of
zwangerschap
)
,
P
(
____________________
)
.