New Activity
Play Quiz
1. 
Wat moet je beveiligen op een stroomkring met halogeen verlichting?
A.
De halogeenlampen zelf.
B.
De leiding van de stroomkring met halogeenlampen.
C.
De schakelaar die de stroomkring met halogeenlamp onderbreekt.
2. 
Hoe moet je een stroomkring met halogeenverlichting beveiligen met de verschillende soorten automaten volgens de IEC-normen?
A.
Bij een C-karakteristiek automaat moet In automaat = 2x In halogeenlampen
B.
Bij een C-karakteristiek automaat moet In automaat = 1.25x In halogeenlampen
C.
Bij een D-karakteristiek automaat moet In automaat = 1.25x In halogeenlampen
D.
Bij een D-karakteristiek automaat moet In automaat = 3x In halogeenlampen
3. 
Welke beveiliging kan ik toepassen indien de nominale stroom (In) van mijn halogeeverlichting 20A bedraagt.
A.
50A smeltzekering >> 2X20A = 40A >> standaard smeltveiligheid 50A
B.
40A C-karakteristiek automaat >> 2x20A= 40A >> standaard automaat 40A
C.
63A C-karakteristiek automaat >> 3x20A= 60A >> standaard automaat 63A
D.
25A D-karakteristiek automaat >> 1.25x20A= 25A >> standaard automaat 25A
4. 
Welke draaddoorsnede moet ik toepassen indien ik een automaat van 25A wil gebruiken?
A.
4mm²
B.
6mm²
C.
2.5mm²
D.
1.5mm²
5. 
Welke draaddoorsnede moet ik toepassen indien ik smeltzekeringen van 16A wil gebruiken?
A.
4mm²
B.
6mm²
C.
2.5mm²
D.
1.5mm²
6. 
Welke draaddoorsnede moet ik toepassen indien ik smeltzekeringen van 10A wil gebruiken?
A.
4mm²
B.
6mm²
C.
2.5mm²
D.
1.5mm²
7. 
Welke draaddoorsnede moet ik toepassen indien ik een automaat van 20A wil gebruiken?
A.
4mm²
B.
6mm²
C.
2.5mm²
D.
1.5mm²