New Activity
Play Quiz
1. 
Als wat wordt verslaving niet gezien?
A.
Maatschappelijk probleem
B.
Ziekte
C.
Gewoonte
D.
Aangeboren gedrag
2. 
Wat is de defenitie van verslaving?
A.
een onweerstaanbare behoefte om middelen te gebruiken
B.
een probleem waar je niet vanaf komt
C.
het weerstaan van middelen
D.
tegen verdovende middelen kunnen
3. 
Uit hoeveel fase bestaat het proces om verslaafd te worden?
A.
1
B.
2
C.
3
D.
4
4. 
Wat is geen voorbeeld van een gewoonte verslaving?
A.
Seksverslaving
B.
Gokverslaving
C.
Drugsverslaving
D.
Gameverslaving
5. 
Wat voor soort verslaving is dit?
A.
Middelen verslaving
B.
Gewoonte verslaving
C.
Lichamelijke verslaving
D.
Geestelijke verslaving
6. 
Welke bewering over stimulerende middelen is juist
A.
stimulerende middelen maken de gebruiker suffer
B.
stimulerende middelen maken de gebruiker beter van een ziekte
C.
stimulerende middelen maken de gebruiker alerter
D.
geen van de bovenstaande is juist
7. 
Geestelijke verslaving betekent dat iemand een stof denkt nodig te hebben of denkt lekker te vinden en niet meer zonder kan.
A.
Juist
B.
Onjuist
8. 
Hoe komt alcohol in je bloed?
A.
Dikke en dunne darm
B.
Lever en maag
C.
Lever en dikke darm
D.
dunne darm en maag
9. 
Waar in je lichaam wordt de alcohol afgebroken?
A.
Maag
B.
Lever
C.
Alvleesklier
D.
Dikke darm
10. 
Hoeveel lichaamsvocht heeft een man?
A.
0,70
B.
0,71
C.
0,72
D.
0,73
11. 
XTC werkt stimulerend
A.
Onjuist
B.
Juist
12. 
GHB wordt langzaam afgebroken in het lichaam.
A.
Juist
B.
Onjuist
13. 
Hoe lang is speed toonbaar in het bloed?
A.
2 tot 3 dagen
B.
2 tot 4 dagen
C.
2 tot 5 dagen
D.
meer dan 5 dagen
14. 
Hoeveel jaar gaan roker gemiddeld eerder dood?
A.
5
B.
8
C.
12
D.
10
15. 
Als je opgenomen wordt in een afkickkliniek hoe lang mag je met iemand bellen?
A.
1 uur
B.
15 minuten
C.
30 minuten
D.
45 minuten
16. 
Hoe langer je verslaafd bent, hoe makkelijker het is om het patroon te doorbreken.
A.
Juist
B.
Onjuist