New Activity
Play Quiz
1. 
Wat betekent de term "renaissance" letterlijk?
A.
Wederopleving
B.
Wedergeboorte
C.
Wederopstanding
2. 
Welke paus gaf aan Michelangelo de opdracht om de Sixtijnse Kapel te beschilderen?
A.
Paus Julius I
B.
Paus Julius II
C.
Paus Clement IV
3. 
Vanaf de 15de eeuw werd de middeleeuwse visie op mens en wereld geleidelijk aan "afgeschaft" en vervangen door...
A.
Een kritische geest
B.
Een conservatieve geest
4. 
De nieuwe levensopvattingen kwamen tot uiting in de kunststromingen van de...
A.
Klassieke Oudheid
B.
Middeleeuwen
C.
Nieuwe Tijd
5. 
Waar ontwikkelde de renaissance zich gedurende de gehele 15de en 16de eeuw?
A.
Nederland
B.
Spanje
C.
Italië
6. 
Van wat zie je hier restanten?
A.
Colosseum
B.
Forum Romanum
C.
Pantheon
7. 
Waardoor groeide het zelfbewustzijn van de rijke handelaars deze periode?
A.
De ecologische bloei
B.
De economische voorspoed
C.
De sociale opkomst
8. 
Gedurende de vroeg-renaissance streefde men naar...
A.
Een realistische voorstelling van mens en omgeving.
B.
Een christelijke voorstelling van de kerk.
C.
Een geïdealiseerde voorstelling van de mens.
9. 
Welke stad was het kloppend hart van de kunstwereld tijdens de hoog-renaissance?
A.
Firenze
B.
Rome
C.
Pisa
10. 
Welke stad was het kloppend hart van de kunstwereld tijdens de vroeg-renaissance?
A.
Rome
B.
Venetië
C.
Firenze
11. 
Welke ruimte in de Sixtijnse Kapel schilderde Rafaël?
A.
Stanza della Signatura
B.
Stanza della Pintura
C.
Stanza della Libratura
12. 
In welke periode is onderstaand werk gemaakt?
A.
Vroeg-renaissance
B.
Hoog-renaissance
C.
Laat-renaissance
13. 
De laat-renaissance speelt zich af tijdens de...
A.
de tweede helft van de 15de eeuw
B.
de eerste helft van de 16de eeuw
C.
de tweede helft van de 16de eeuw
14. 
Wat werd in de Middeleeuwse kunst centraal gesteld?
A.
De mens
B.
God
C.
De natuur
15. 
Wat neemt in de kunst van de renaissance de belangrijkste plaats in?
A.
De natuur
B.
De mens
C.
De natuur en de mens
16. 
Geef de titel van onderstaand werk.
A.
"Anatomische mens" van Leonardo Da Vinci
B.
"Vitruviaanse mens" van Leonardo Da Vinci
C.
"Ideale mens" van Leonardo Da Vinci
17. 
Het doel van de renaissancekunst was het bereiken van de ideale schoonheid.
A.
Waar
B.
Niet waar
18. 
Uit welke tijdsperiode haalde de renaissance zijn inspiratiebronnen?
A.
De Middeleeuwen
B.
De Klassieke Oudheid
C.
De Nieuwe Tijd
19. 
Wie zie je hier?
A.
Da Vinci
B.
Dürer
C.
Masaccio
20. 
Wat was het algemeen kenmerk voor de vroeg-renaissance?
A.
Het streven naar perfectie
B.
Het streven naar idealisme
C.
Het streven naar realisme
21. 
Wie voerde als eerste een element van beweging in zijn werk?
A.
Da Vinci
B.
Masaccio
C.
Botticelli
22. 
Wat is de titel van onderstaand werk?
A.
De Heilige Drievuldigheid
B.
De Heilige Drieëenheid
C.
De Heilige Drieheiligheid
23. 
Geef de titel van dit werk.
A.
De geboorte van Venus
B.
La Primavera
24. 
Wie is de man rechts?
A.
Zephyr: de herfstgod
B.
Zephyr: de windgod
C.
Zephyr: de wintergod
25. 
Van wie is dit werk?
A.
Rafaël
B.
Da Vinci
C.
Botticelli
26. 
In welke periode gebruikte men het vaakst de driehoekscompositie?
A.
Vroeg-renaissance
B.
Hoog-renaissance
C.
Laat-renaissance
27. 
Wie was het prototype van de homo universalis?
A.
Michelangelo
B.
Da Vinci
C.
Rafaël
28. 
Met welke techniek werd onderstaand werk geschilderd?
A.
Fresco
B.
Olieverf
C.
Secco
29. 
Wie schilderde dit schilderij?
A.
Rafaël
B.
Masaccio
C.
Da Vinci
30. 
Wat is de titel van onderstaand werk?
A.
Dispuut van het Heilige Sacrement
B.
Het laatste oordeel
C.
De schepping