Graag of niet graag? Schrijf een goede vraag met de activiteit. Schrijf ook hoofdletters en punten! Bijvoorbeeld: Drink jij graag koffie?
2.
Graag of niet graag? Schrijf een goede vraag met de activiteit. Schrijf ook hoofdletters en punten! Bijvoorbeeld: Drink jij graag koffie?
3.
Kijk naar de foto. Doe jij de activiteit graag of niet graag. Schrijf een complete zin met een hoofdletter en een punt. Bijvoorbeeld: Ik leer graag Nederlands.
4.
Kijk naar de foto. Doe jij de activiteit graag of niet graag. Schrijf een complete zin met een hoofdletter en een punt. Bijvoorbeeld: Ik leer graag Nederlands.
5.
Kijk naar de foto. Doe jij de activiteit graag of niet graag. Schrijf een complete zin met een hoofdletter en een punt. Bijvoorbeeld: Ik leer graag Nederlands.
6.
Kijk naar de foto. Doe jij de activiteit graag of niet graag. Schrijf een complete zin met een hoofdletter en een punt. Bijvoorbeeld: Ik leer graag Nederlands.
7.
Kijk naar de foto. Doe jij de activiteit graag of niet graag. Schrijf een complete zin met een hoofdletter en een punt. Bijvoorbeeld: Ik leer graag Nederlands.
8.
Schrijf de zin nog een keer en begin met het uur. Pas op voor de positie van verbum 1! Hij neemt de bus naar school om 08.00.
9.
[]
Je hebt een berichtje op jouw voicemail. Je moet die persoon terugbellen. Schrijf het telefoonnummer op.
10.
Schrijf de zin nog een keer en begin met het uur. Pas op voor de positie van verbum 1! Mijn dochter ontbijt om 07.30.
11.
Jouw vriendin kan niet mee naar de cinema. Hoe reageer je?
A.
Ja, dat is goed!
B.
Spijt!g!
C.
Het spijt me.
12.
Hoe kan jij je excuseren in het Nederlands?
A.
Het spijt me.
B.
Ik weet het niet.
C.
Spijtig.
13.
Gritta en Tom gaan trouwen. Dit is de uitnodiging. Jij kan niet gaan! Schrijf een kaartje terug: begroet Gritta en Tom - Feliciteer Gritta en Tom - Bedank hen - Excuseer je - Zeg dat jij niet kan gaan - Zeg dat jij moet werken - Neem afscheid
14.
[]
Wat is het telefoonnummer van de GLTT campus Halle? Luister en schrijf het op.
15.
[]
Wat is het telefoonnummer van de GLTT campus Rode? Luister en schrijf het op.
16.
Kijk naar het filmpje. Welke activiteiten doet de poetshulp? Selecteer alle goede antwoorden.
A.
Ze neemt het stof af.
B.
Ze stofzuigt.
C.
Ze dweilt de vloer.
D.
Ze strijkt.
E.
Ze poetst de badkamer.
F.
Ze wast de ramen.
17.
Je gaat met de kinderen naar de film. Lees de informatie en selecteer alle correcte antwoorden.
A.
De film speelt elke dag van de vakantie.
B.
Het is een film voor kinderen vanaf 4 jaar.
C.
De film speelt in de cinema Studioskoop.
D.
De titel van de film is Ponyo.
E.
De film kost €6,50.
18.
Kijk naar de foto. Wat ga jij zaterdag doen? Maak een complete zin met een hoofdletter en een punt. Bijvoorbeeld: Ik ga zaterdag dansen.
19.
Kijk naar de foto. Wat ga jij zaterdag doen? Maak een complete zin met een hoofdletter en een punt. Bijvoorbeeld: Ik ga zaterdag dansen.
20.
Kijk naar de foto. Wat ga jij zaterdag doen? Maak een complete zin met een hoofdletter en een punt. Bijvoorbeeld: Ik ga zaterdag dansen.
21.
Je gaat een kaartje naar jouw vriend schrijven. Hij is ziek. Welk kaartje kies je?
