New Activity
Play Fill in the Blanks Game
Vul het woord in dat het best past in de zin . Gebruik de woordenschat van " geld " .

1 Ik doe elke week een beetje geld in mijn ____________________ . Later koop ik met dat geld een gsm .
2 Heb jij een stuk van ? 0 . 50 voor de drankautomaat ? Nee , sorry . Mijn ____________________ is op !
3 In mijn ____________________ zit een beetje geld , maar ook mijn studentenkaart en identiteitskaart .
4 Elke week krijg ik geld van mijn ouders . Dat is ____________________ .
5 Ik ga naar de geldautomaat . Daar kan ik geld ____________________ .
6 Later wil ik met mijn ____________________ een nieuwe computer kopen .
7 Een ____________________ is een plastic kaartje waarmee je kan betalen .
8 Bij een ____________________ kan je geld afhalen .