1
De zorgvrager vertoont gedrag dat niet aangepast is aan de omgeving
2
Een vorm van dementie waarbij de oorzaak ligt aan een slechte doorbloeding in de hersenen.
3
Wanneer een persoon een eigen familielid of vriend niet meer herkent, dan is hij gedesoriënteerd in ........................................
4
Het niet meer herkennen van mensen, voorwerpen, geuren, ...
5
Het niet meer kunnen uitvoeren van dagdagelijkse handelingen
6
Niet meer in staat zijn om de taal goed te gebruiken, moeilijk op de woorden komen, ...
7
Wanneer een persoon niet meer weet welke dag/maand/jaar/seizoen/tijdstip van de dag het is, spreekt men van desoriëntatie in ......................................