New Activity
Play Quiz
1. 
De handelaar verkoopt in grote hoeveelheden.
A.
Kleinhandelaar
B.
Groothandelaar
C.
Consument
2. 
Geef een ander woord voor importeur
3. 
De handelaar verkoopt zijn goederen aan Denemarken. We spreken hier over:
A.
Intracommunautaire werving
B.
Intracommunautaire levering
C.
Export
D.
Import
4. 
De handelaar verdeelt de goederen over verschillende verkooppunten.
A.
Collecterende handel
B.
Verzamelende handel
C.
Distribuerende handel
5. 
Bij doorvoer worden de goederen verwerkt in België.
A.
Waar
B.
Niet waar
6. 
De handelaar verkoopt zijn goederen buiten de EU. We spreken hier over:
7. 
De handelaar koopt zijn goederen uit het buitenland, bewerkt ze en verkoopt ze dan door aan een ander land.
A.
Collecterende handel
B.
Veredelingsverkeer
C.
Import