Print Quiz: Gedicht (language)

1.

Hoe interpreteer jij het gedicht?

2.

Wat is het vertelperspectief van dit gedicht?

3.

Wat voor fictievorm is dit gedicht?

4.

Is dit gedicht jouw smaak? Let op de vijf punten om jouw mening te vormen over fictie.

5.

Hoe voelt de ik-persoon zich denk je?

6.

Waarom heet dit gedicht mooi?

7.

Wat kom je in het gedicht te weten over de binnenkant van het personage?

8.

Welke belangrijke kenmerken van een gedicht vind jij hierin terug?