New Activity
Play Quiz
1. 
Bij de reanimatie van een kind moet je gebruik maken van je beide handen om de borst in te drukken.
A.
Waar
B.
Niet waar
2. 
Je controleert de ademhaling bij een kind maximum 10 seconden.
A.
Waar
B.
Niet waar
3. 
Je moet een kind in nood steeds meteen helpen, ook als het niet veilig is voor jezelf.
A.
Waar
B.
Niet waar
4. 
Een kind geef je steeds eerst 5 beademingen voor je overgaat tot hartmassage.
A.
Waar
B.
Niet waar
5. 
Het is belangrijk dat de borstkas na elke hartmassage weer volledig naar boven kan komen.
A.
Waar
B.
Niet waar