Bezetting van Nederland

In de periode dat Duitsland Polen , Denemarken en Noorwegen is binnengevallen , houd Nederland zich ____________________ , net als in de Eerste - Wereldoorlog . Wanneer de Duitsers op 10 mei 1940 toch Nederland binnenvallen , komt dat als een ____________________ . Het Nederlandse leger is veel kleiner en zwakker dan het Duitse leger . Het is net Klein Duimpje tegen Goliath . Toch is er hevige ____________________ van Nederlandse kant . Vooral bij de ____________________ , Kornwederzand , en op de Veluwe , de ____________________ , wordt er fel gestreden .
Op 13 mei 1940 vlucht koningin ____________________ met het ____________________ naar ____________________ . Ze wil dit niet graag , maar het Nederlandse Opperbevel , generaal ____________________ , adviseert haar dat dringend . Wanneer het duidelijk is dat het Duitse leger niet snel de strijd zal winnen , komt het met een ____________________ . De burgemeester van Rotterdam krijgt een brief waarin gemeld wordt dat de stad gebombardeerd zal worden na 24 uur als Nederland zich niet overgeeft . De Duitsers wachten niet af . Op 15 mei 1940 wordt ____________________ ____________________ . Een flink aantal burgers vinden de dood . Generaal Winkelman kan niet anders dan de ____________________ tekenen . De volgende stad die gebombardeerd zou zijn was Utrecht !
De Duitse ____________________ viel in het begin wel mee . Vanaf 1941 werd het leven voor de Nederlanders steeds ____________________ . In Nederland woonden ongeveer 140 . 000 joodse burgers . Na de oorlog is duidelijk dat er 120 . 000 zijn ____________________ . De joden moeten een ____________________ en dragen , en een ____________________ is verplicht .
Eerst worden joden ____________________ . Daarna vinden er steeds meer ____________________ plaats en worden joden afgevoerd naar ____________________ . Vandaar uit zijn veel joden op ____________________ naar de ____________________ of vernietigingskampen gezet , en niet meer teruggekomen .
Nederlanders reageerden op drie manieren op de bezetting . ____________________ : ze ____________________ zich aan . ____________________ : ze ____________________ mee met de bezetter . ____________________ : ze zijn tegen de bezetter . Anton Mussert is de voorman van de ____________________ . Zij ____________________ met de bezetter . Een aantal mensen groeperen zich in het verzet . Ze drukken en verspreiden pamfletten en krantjes . Ze overvallen ____________________ . Ze helpen mensen met ____________________ . Verreweg de meeste Nederlanders pasten zich aan .
In juni 1944 landden de geallieerden in ____________________ . In september 1944 is ____________________ al bevrijd . In het najaar is ook Eindhoven aan de beurt . De geallieerden willen een doorbraak forceren om snel Duitsland in te kunnen trekken . Ze zetten operatie Market Garden op . ____________________ moeten rond ____________________ de stad en bruggen bezetten . Troepen vanuit Eindhoven zullen dan oprukken . De operatie mislukt jammerlijk . Dan volgt een strenge winter . De ____________________ van 1944 / 1945 . Zo'n 10 . 000 Nederlanders komen om van de honger en de kou , ondanks ____________________ van de geallieerden .
In het voorjaar van 1945 rukken de ____________________ weer verder op , en wordt Nederland ____________________ in mei 1945 .