New Activity
Play Quiz
1. 
Welke zin is juist?
A.
Zij hebben allebei blond haar.
B.
Zij hebben geen van beiden bruin haar.
C.
Zij hebben dezelfde kleur haar.
D.
Zij hebben niet dezelfde kleur haar.
2. 
Welke zin is juist?
A.
Zij hebben allebei blauwe ogen.
B.
Zij hebben geen van beiden groene ogen.
C.
Zij hebben dezelfde kleur ogen.
D.
Zij hebben geen van beiden blauwe ogen.
3. 
Welke zin is juist?
A.
Zij hebben allebei een rond gezicht.
B.
Zij hebben geen van beiden een rond gezicht.
C.
Zij hebben allebei een scherpe neus.
D.
Zij hebben allebei een lang gezicht.
4. 
Zij hebben .......... een rond gezicht
A.
dezelfde
B.
geen van beiden
C.
allebei
D.
hetzelfde
5. 
Zij dragen ....... hemd
A.
allebei
B.
hetzelfde
C.
geen van beiden
D.
dezelfde
6. 
Zij hebben ...... kort haar
A.
allebei
B.
hetzelfde
C.
geen van beiden
D.
dezelfde
7. 
Zij hebben ........ haar
A.
geen van beiden
B.
dezelfde
C.
allebei
D.
hetzelfde
8. 
Zij hebben ....... oorbellen
A.
dezelfde
B.
allebei
C.
geen van beiden
D.
niet allebei
9. 
Zij dragen ........ kleedje
A.
hetzelfde
B.
dezelfde
C.
allebei
D.
geen van beiden
10. 
Zij hebben ......... lang haar
A.
hetzelfde
B.
dezelfde
C.
geen van beiden
D.
allebei
11. 
Zij hebben ....... blond haar
A.
allebei
B.
niet allebei
C.
geen van beiden
D.
niet hetzelfde