New Activity
Play Quiz
1. 
Wat is geen principe van het IVRK?
A.
Kinderen en jongeren worden zelf betrokken bij het bepalen van hun eigen belangen.
B.
De rechten van het IVRK gelden voor alle kinderen.
C.
Kinderen hebben het recht op overleving en ontwikkeling.
D.
Bovenstaande mogelijkheden zijn allemaal regels van het IVRK.
2. 
Zijn landen, die het IVRK hebben geratificeerd, verplicht om de kinderrechten na te leven en toe te passen?
A.
Ja
B.
Nee
3. 
Voor wie ontstaan er plichten wanneer het IVRK wordt aangenomen?
A.
Kinderen.
B.
Overheid, onderwijs en ouders.
C.
Overheid, onderwijs, ouders en kinderen.
D.
Het aannemen van het IVRK zorgt er alleen voor dat kinderen rechten hebben.
4. 
Wat doet het Comité voor de Rechten van het Kind?
A.
Het Comité heeft de tekst van het IVRK geschreven.
B.
Het Comité controleert of de landen het verdrag daadwerkelijk naleven en toepassen.
C.
Het Comité controleert of ouders de kinderrechten naleven en toepassen.
5. 
Wanneer is het IVRK tot stand gekomen?
A.
2006
B.
1989
C.
1990
D.
1924
6. 
Wat is de juiste volgorde?
A.
Verklaring van de Rechten van het Kind, Verklaring van Genève en IVRK.
B.
Verdrag van Genève, Verklaring van de Rechten van het Kind en IVRK.
C.
Verklaring van Genève, Verklaring van de Rechten van het Kind en IVRK.
7. 
Welke bewering is juist?
A.
Het IVRK werd aangenomen door UNICEF.
B.
Er is geen verschil tussen een verklaring en een verdrag.
C.
Het IVRK is het verdrag met de hoogst aantal ratificaties.