De Gouden Eeuw

Rond ____________________ is de Hanzehandel ingestort , en nemen Zeeuwse en Hollandse steden de markt over . Vooral ____________________ profiteert van de Oostzeevaart . De Amsterdamse ____________________ werd toonaangevend in de wereldhandel . Er kwam veel ____________________ naar Amsterdam . Kooplui richten de ____________________ op .
De VOC en WIC ontwikkelen zich als succesvolle bedrijven die bijdragen aan het ontstaan van een ____________________ ( handelskapitalisme ) . Nederlanders spelen een belangrijke rol in de ____________________ ( handelsmonopolie ) . VOC en WIC brengen de Republiek grote ____________________ en rijkdom waardoor er een Gouden Eeuw komt .
Kunst en wetenschap kwam tot bloei dankzij de grote ____________________ welvaart in de Gouden Eeuw . Minder was dat er door de grote rijkdom ook een ____________________ in de samenleving ontstond van armen . Er was grote vraag naar Nederlandse ____________________ . Wetenschappers werden beroemd om hun ____________________ . De wetenschappelijke revolutie zorgde ook voor ____________________ in een steeds meer ____________________ wordende samenleving .
Het bestuur van de Republiek was anders in vergelijk met andere Europese landen , waar vaak een koning aan de macht was . In de republiek waren regenten en stadhouder verantwoordelijk voor het bestuur . De ____________________ waren verantwoordelijk voor de ____________________ en buitenlandse politiek . De ____________________ was verantwoordelijk voor het bewaken van de ____________________ . De regenten van de gezamenlijke gewesten komen bijeen in de vergadering van de ____________________ . De ____________________ was de belangrijkste regent - bestuurder van het gewest Holland . Een ____________________ tussen regenten , raadspensionarissen en stadhouder zorgen voor zwakke plekken in binnenlands - en buitenlands bestuur . De republiek raakte verwikkeld in oorlogen wat de republiek erg verzwakte , en wat uiteindelijk het einde van de republiek betekende .
In andere Europese landen waren vaak ____________________ vorsten aan de macht . Zij regeerden volgens het ____________________ recht . In Frankrijk was Lodewijk XIV aan de macht . Hij wordt ook wel de ____________________ genoemd . We komen Lodewijk weer tegen in de Republiek in het ____________________ 1672 . Het rampjaar ____________________ is het begin van het einde van de Gouden Eeuw .