De elektronen bezitten een zekere energiehoeveelheid.
Een atoom bestaat uit een kleine massieve, positieve kern.
Het atoommodel van Dalton
In de kern bevindt zich nagenoeg gans de massa van het atoom
De massa vanbinnen is positief (de grondmaterie)
Materie is opgebouwd uit ondeelbare en onvernietigbare atomen
Het atoommodel van Rutherford
Atomen hebben een heterogene structuur
Het atoommodel van Bohr
Het atoommodel van Thomson
De atoomkern is omgeven door een relatief zeer grote elektronenmantel. Deze is negatief en bezit geen massa.
Atomen hebben een ijle, heterogene structuur
Atoommodel te vergelijken met een boterkoek met rozijnen
De elektronen bewegen zich in elektronenbanen (schillen).
De massieve kern draagt de volledige positieve lading
Atomen zijn massieve bollen
In het centrum zit een relatief zeer kleine kern
Atomen van verschillende elementen verschillen in massa, grootte en chemische eigenschappen
In de elektronenmantel bewegen de elektronen op relatief grote afstand van de kern.
Aan de buitenkant zijn er negatief geledan deeltjes