New Activity
Play Matching Pairs

ouderdom

jongvolwassen

1,5-3 jaar

0-1,5 jaar

6 jaar-puberteit

middelbare leeftijd

Adolescentie

3-6 jaar

Autonomie: In deze fase leren we onszelf beheersen en zelf dingen voor elkaar te krijgen. De taak van de ouders is om het kind te steunen.

Tevredenheid: We hebben het gevoel dat ons leven betekenis heeft gehad, kijken er met tevredenheid op terug en accepteren de naderende dood. Kijken we echter met spijt terug en blijven we treuren om mislukkingen en gemiste kansen, dan zullen we de dood niet kunnen accepteren.

Productiviteit: Dit is onze meest productieve periode: we brengen kinderen groot, maken carrière en helpen anderen. Het is de fase waarin we onze levensdoelen waarmaken.

Vertrouwen : In de prille kinderjaren is de hechting met de moeder het belangrijkste. Dat basisvertrouwen maakt dat we later in ons leven ook andere mensen kunnen vertrouwen.

Intimiteit: In deze fase leren we intieme en hechte relaties opbouwen. We ontwikkelen in deze periode ook een betrokkenheid bij ons werk.

Competentie: In deze periode leren we allerlei vaardigheden die we nodig hebben om succesvol te kunnen zijn in de maatschappij. Je leert lezen, schrijven en rekenen, maar ook sociale vaardigheden. Je leert verantwoordelijkheid nemen en omgaan met anderen.

Identiteit: Bij de overgang van kind naar volwassene gaan we door een identiteitscrisis: wie ben ik, wat wil ik?

Initiatief: In deze fase leren we zelf initiatief nemen, een doel stellen en daar naartoe werken. Hierbij is het van groot belang dat we aangemoedigd worden door onze ouders.