New Activity
Play Quiz
1. 
Wat betekent het woord 'heten'?
A.
afgelopen zijn, stoppen
B.
gaan wonen op een andere plaats
C.
een naam hebben
2. 
Wat betekent het woord 'kleermaker'?
A.
proberen te vinden
B.
iemand die kleding maakt
C.
strook land bij de zee
3. 
Wat betekent het woord 'kust'?
A.
iemand die kleding maakt
B.
een naam hebben
C.
strook land bij de zee
4. 
Wat betekent het woord 'verhuizen'?
A.
afgelopen zijn, stoppen
B.
gaan wonen in een andere plaats
C.
proberen te vinden
5. 
Wat betekent het woord 'verlopen'?
A.
afgelopen zijn, stoppen
B.
gaan wonen in een andere plaats
C.
proberen te vinden
6. 
Wat betekent het woord 'zoeken'?
A.
proberen te vinden
B.
iemand die kleding maakt
C.
een naam hebben