New Activity
Play Quiz
1. 
Als een verzameling vectoren de nulvector bevat, dan zijn deze vectoren lineair onafhankelijk.
A.
Waar
B.
Niet waar
2. 
Als vector 1 gelijk is aan het dubbele van vector 2, dan zijn vector 1 en vector 2 lineair onafhankelijk.
A.
Waar
B.
Niet waar
3. 
Als een vector geschreven kan worden als een lineaire combinatie van andere vectoren, dan zijn deze vectoren lineair afhankelijk.
A.
Waar
B.
Niet waar
4. 
Bij lineair afhankelijke vectoren geldt dat voor lineaire combinaties van deze vectoren gelijk aan de nulvector
A.
er een verzameling reële getallen bestaat die niet allen nul zijn.
B.
alle reële getallen steeds nul zijn.
5. 
Als men een verzameling lineair afhankelijke vectoren uitbreidt met enkele andere vectoren, dan is de uitgebreide verzameling vectoren ook lineair afhankelijk.
A.
Waar
B.
Niet waar