New Activity
Play Crossword Puzzle
1 Wij (verbergen) onze vuile T-shirt voor mama.
2 Hij (begrijpen) zijn vriend niet.
3 Ik (verliezen) de kracht in mijn hand.
4 Hij (schrijven) een mooie brief naar zijn vriendin.
5 Wij (vinden) de pop niet meer terug.
6 Ze (schenden) haar belofte gisteren.
7 Jana deed de koelkast op en vond dat die (stinken).
8 De kleine jongen (slaan) met een stok op de tafel.
9 Wat was het gisteren koud. Het (vriezen) enorm hard.
10 Juna (helpen) haar buurjongen met zijn huiswerk.
11 (worden) hij vorige week kampioen schaatsen?
12 Ik (vangen) de bal met mijn twee handen.
13 Ik (weten) het antwoord op die vraag niet.
14 Gisteren (eten) wij lekkere soep.
15 Gisteren (zwemmen) hij in de vijver.
16 Vorige week (rijden) hij met de wagen naar huis.
17 Karen (ruiken) een brandlucht in huis.
18 De vrouw ging op de weegschaal staan en zag dat ze 5 kg meer (wegen) dan vorige week.
3
15
9
4
2
1
6
11
7
10
13
12
16
14
18