New Activity
Play Quiz
1. 
Wij houden van muziek. Wat is 'houden' in deze zin?
A.
pv
B.
inf
C.
o
D.
vd
2. 
Die vraag leek te moeilijk. Wat is 'te moeilijk' in deze zin?
A.
lv
B.
nwd
C.
pv
D.
mv
3. 
We waren gisteren aan het dansen. Wat is 'aan het dansen' in deze zin?
A.
inf
B.
te + inf
C.
aan het + inf
D.
nwd
4. 
Mijn broer geeft lekkere koekjes aan onze hond. Wat is 'lekkere koekjes' in deze zin?
A.
nwd
B.
lv
C.
wwg
D.
o
5. 
MIjn broer geeft lekkere koekjes aan onze hond. Wat is 'aan onze hond' in deze zin?
A.
lv
B.
mv
C.
wed.vn.
D.
o
6. 
Wij geven hem chocolade. Wat is 'hem' in deze zin?
A.
lv
B.
mv
C.
wed.vn.
D.
o
7. 
Benoem de delen van het wwg/nwg in volgende zin: We hebben de kasten uitgemest.
A.
pv
B.
pv + inf
C.
pv + vd
D.
pv + nwd
8. 
Benoem de delen van het wwg/nwg in volgende zin: De jongens waren boos op hun leerkracht.
A.
pv
B.
pv + nwd + mv
C.
pv + nwd
D.
pv + adpv
9. 
Benoem de delen van het wwg/nwg in volgende zin: De jongens kunnen rumoerig zijn.
A.
pv + inf
B.
pv + nwd
C.
pv + nwd + inf
D.
pv + vd
10. 
Benoem de delen van het wwg/nwg in volgende zin: Gisteren heb ik een mooi cadeautje op de kop kunnen tikken.
A.
pv + inf
B.
pv + inf + inf
C.
pv + ww. uitdr. + inf + inf
D.
pv + ww. uitdr. + inf
11. 
Benoem de delen van het wwg/nwg in volgende zin: Kathy heeft een leugen verzonnen.
A.
pv + inf
B.
pv + vd
C.
pv + nwd
D.
pv
12. 
Benoem de delen van het wwg/nwg in volgende zin: Jan heeft zich gisteren goed gewassen.
A.
pv + vd
B.
pv + inf
C.
pv + wed.vn. + vd
D.
pv + wed.nv. + inf
13. 
Waaruit bestaat het gezegde? Noteer de woorden uit de zin. Een goede proefwerkenplanning is erg belangrijk.
14. 
Waaruit bestaat het gezegde? Noteer de woorden uit de zin. Wij zullen morgen een nieuwe fiets voor mama moeten kopen.
15. 
Waaruit bestaat het gezegde? Noteer de woorden uit de zin. Gisteren heb ik me goed gewassen.