New Activity
Play Quiz
1. 
De wand van een bloedvat bestaat van binnen naar buiten uit:
A.
media - intima - adventitia
B.
adventitia - media - intima
C.
intima - media - adventitia
D.
intima - adventitia - media
2. 
De wand van het hart bestaat van binnen naar buiten uit:
A.
endocard - myocard - epicard
B.
myocard - endocard - epicard
C.
epicard - myocard - endocard
D.
epicard - endocard - myocard
3. 
De twee harthelften worden gescheiden door ...
4. 
De holte waarin het hart ligt?
5. 
Het hart wordt omgeven door ...
6. 
Welk van onderstaande antwoorden is correct (meerdere antwoorden zijn mogelijk)?
A.
De kleine bloedsomloop vertrekt vanuit het linker ventrikel en komt aan in het rechter atrium
B.
De kleine bloedsomloop vertrekt vanuit het rechter ventrikel en komt aan in het linker atrium
C.
De grote bloedsomloop vertrekt vanuit het linker ventrikel en komt aan in het rechter atrium
D.
De grote bloedsomloop vertrekt vanuit het rechter ventrikel en komt aan in het linker atrium
7. 
Duidt het juiste antwoord aan (meerdere correcte antwoorden zijn mogelijk).
A.
De systolische bloeddruk zegt iets over de kracht waarmee het hart pompt.
B.
De systolische bloeddruk zegt iets over de elasticiteit van de vaten.
C.
De diastolische bloeddruk zegt iets over het hartminuutvolume.
D.
De diastolische bloeddruk zegt iets over de perifere weerstand.
8. 
Wanneer spreekt men van een normale bloeddruk?
A.
systolische bloeddruk 90-150 mmHg; diastolische bloeddruk 50-100 mmHg
B.
systolische bloeddruk 100-140 mmHg; diastolische bloeddruk 60-90 mmHg
C.
systolische bloeddruk 80-140 mmHg; diastolische bloeddruk 50-100 mmHg
D.
systolische bloeddruk 100-140 mmHg; diastolische bloeddruk 50-100 mmHg