1
Wanneer je ziek bent moet je dit soms nemen.
2
Je veux ... le français.
3
Je ontvangt dit op een GSM
4
ils ne ... pas encore partir (moeten)
5
J'ai mal au ...
7
Wanneer je dit maakt, zet je er een kruis door.
8
Aanspreking aan de telefoon.
9
Je slaat dit om in een boek.
11
Iemand waar je veel om geeft.
12
die, dat