New Activity
Ico create Educaplay New Activity
All the activities
Play Quiz
1. 
hugo claus
A.
Hugo claus
B.
hugo claus
C.
Hugo Claus
2. 
herman brusselmans heeft in maart een nieuwe roman geschreven.
A.
Herman brusselmans heeft in maart een nieuwe roman geschreven.
B.
Herman Brusselmans heeft in Maart een nieuwe roman geschreven.
C.
Herman Brusselmans heeft in maart een nieuwe roman geschreven.
3. 
chinese cultuur
A.
Chinese cultuur
B.
Chinese Cultuur
C.
chinese cultuur
4. 
vogue is een bekend modemagazine.
A.
Vogue is een bekend Modemagazine.
B.
Vogue is een bekend modemagazine.
C.
vogue is een bekend modemagazine.
5. 
je kan niet naar rome gaan zonder het colosseum te bezoeken.
A.
je kan niet naar Rome gaan zonder Het Colosseum te bezoeken.
B.
Je kan niet naar Rome gaan zonder het colosseum te bezoeken.
C.
Je kan niet naar Rome gaan zonder het Colosseum te bezoeken.
6. 
brussel is de hoofdstad van de eu, europese unie.
A.
Brussel is de hoofdstad van de eu, europese unie.
B.
Brussel is de hoofdstad van de EU, Europese Unie.
C.
Brussel is de hoofdstad van de EU, Europese unie.
7. 
is de paashaas langsgekomen?
A.
Is de Paashaas langsgekomen?
B.
is de paashaas langsgekomen?
C.
Is de paashaas langsgekomen?
8. 
's morgens geraak ik niet goed uit mijn bed.
A.
's Morgens geraak ik niet goed uit mijn bed.
B.
'S morgens geraak ik niet goed uit mijn bed.
C.
'S Morgens geraak ik niet goed uit mijn bed.
9. 
op maandag geeft tom lanoye een lezing in het cultuurhuis in temse.
A.
Op Maandag geeft Tom Lanoye een lezing in het cultuurhuis in temse.
B.
Op Maandag geeft Tom lanoye een lezing in het cultuurhuis in Temse.
C.
Op maandag geeft Tom Lanoye een lezing in het cultuurhuis in Temse.
D.
Op maandag geeft Tom Lanoye een lezing in het Cultuurhuis in Temse.
10. 
in zuid-afrika spreekt men afrikaans.
A.
In Zuid-Afrika spreekt men Afrikaans.
B.
In zuid-Afrika spreekt men Afrikaans.
C.
In Zuid-Afrika spreekt men afrikaans.
11. 
mama drinkt een glas champagne in de champagnestreek.
A.
mama drinkt een glas Champagne in de champangnestreek.
B.
Mama drinkt een glas Champagne in de Champagnestreek.
C.
Mama drinkt een glas champagne in de Champagnestreek.
12. 
20 van de 27 belgische opvarenden overleefden de ramp met de titanic
A.
20 Van de 27 Belgische opvarenden overleefden de ramp met de Titanic.
B.
20 van de 27 Belgische opvarenden overleefden de ramp met de Titanic
C.
20 van de 27 belgische opvarenden overleefden de ramp met de Titanic.