1
Een schatting van de verwachte kosten en de opbrengsten van de onderneming gedurende een jaar.
2
Een plan waarin de onderneming de doelstellingen vastlegt.
3
Kosten die afhankelijk zijn van de geproduceerde hoeveelheid.
4
Kapitaal dat van derden komt.
5
De hoeveelheid verkochte producten/diensten waarbij de onderneming geen winst en geen verlies maakt.
6
Kapitaal dat de ondernemer zelf in de onderneming inbrengt.
7
Een samenwerking tussen vennoten met als doel het maken van winst.
8
De combinatie van 4 marketinginstrumenten waarop de onderneming kan inspelen.
9
Kosten die er elke maand zijn, onafhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid of van de verkochte hoeveelheid.
10
Een onderneming waarin slechts 1 persoon eigenaar is.
11
Een situatie waarbij de onderneming geen winst en geen verliest maakt.
12
De verandering van de economie op korte termijn.
13
Een deel van de winst die men geeft aan de aandeelhouders.
14
Een stukje van de eigendom van een onderneming.
15
Besloten Eenpersoonsvennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid.
16
De prijs vermenigvuldigd met de verkochte hoeveelheid.
17
De hoeveelheid verkochte producten/diensten.
18
Het positieve verschil tussen opbrengsten en kosten.
19
Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid.
20
Naamloze Vennootschap.
