New Activity
Play Quiz
1. 
Een debetnota wordt opgesteld wannneer er een fout was in de factuur in het voordeel van de verkoper
A.
juist
B.
fout
2. 
De juiste volgorde voor de prijsvermeerderingen en -verminderingen van een factuur zijn: handelskorting, financiële korting, kosten
A.
juist
B.
fout
3. 
Een Btw-aangifte moet in sommige bedrijven maandelijks gebeuren.
A.
juist
B.
fout
4. 
De aftrekbare of terug te vorderen BTW of BTW op aankopen mag je terugvragen van de staat?
A.
juist
B.
fout
5. 
Dit zijn al de belgische BTW-tarieven: 6% en 21%
A.
juist
B.
fout
6. 
Het verkoop van een koop gaat als volgt: prijsaanvraag, offerte, bestelling, levering, betaling en klacht
A.
juist
B.
fout
7. 
Op de bestelbon staan de leveringsplaats en -datum. Dit is belangrijk om te weten wanneer men de bestelling kan ontvangen.
A.
juist
B.
fout
8. 
Wanneer er op de bestelbon staat: franco thuis, dan moet de verkoper alle kosten en het risico van de levering betalen
A.
juist
B.
fout
9. 
Contant betalen wil zeggen : met baar geld betalen?
A.
juist
B.
fout
10. 
De verkoopsvoorwaarden zijn de volgende: kwantiteit, kwaliteit, prijs, betaling en levering
A.
juist
B.
fout