Print Quiz: Quiz verkeersregels ()

1.

Wie staat het hoogste op de verkeerstrap

A.

Het verkeersbord

B.

De agent

C.

De verkeerslichten

2.

Er staan geen verkeerstekens. Wat doe ik?

A.

Ik mag doen wat ik wil

B.

Ik bel de politie en zeg dat er geen verkeerstekens naast de baan staan.

C.

Ik volg het algemeen verkeersregelement

3.

Hoeveel trappen telt de verkeerstrap

A.

3

B.

2

C.

4

D.

1

4.

Waar steek ik de rijbaan over?

A.

Bij voorkeur aan een verkeerslicht, als dat niet kan, aan een zebrapad.

B.

Waar ik zelf wil

C.

De plaats waarvan ik denk dat het veilig is om over te steken

5.

Op straat

A.

Loopt ik de hele tijd met mijn ogen op mijn gsm gericht

B.

Ben ik rustig en aandachtig

C.

Maakt het niet uit hoe ik mij gedraag

6.

Bij het oversteken van de baan kijk ik:

A.

Links-rechts-links

B.

Rechts-links-Rechts

C.

Links-Links-Rechts

D.

Niet

7.

Voetgangers hebben altijd voorrang op de andere bestuurders

A.

Fout

B.

Juist