New Activity
Play Quiz
1.  []
Wat is dit?
A.
een vest
B.
een handschoen
C.
een oordopje
D.
een broek
2.  []
Wat moet ik doen?
A.
Ik moet een oordopje indoen.
B.
Ik moet een handschoen aandoen.
C.
Ik moet een haarnetje aandoen.
D.
Ik moet een werkpak aandoen.
3.  []
Ik zoek een oorkap
A.
B.
C.
D.
4.  []
Doe een veiligheidsbril aan!
A.
B.
C.
D.
5.  []
Poets de vloer!
A.
B.
C.
D.
6.  []
Veeg de vloer!
A.
B.
C.
D.
7.  []
Luister naar de instructie. Wat moet je doen?
A.
B.
C.
D.
8.  []
Luister naar de instructie. Wat moet je doen?
A.
B.
C.
D.
9.  []
Luister naar de instructie. Wat moet je doen?
A.
B.
C.
D.
10.  []
Luister naar de instructie. Wat moet je doen?
A.
B.
C.
D.