Axon
Prikkel
Receptor
Conductor
Zintuigen
Centraal zenuwstelsel
Dendriet
Perifeer zenuwstelsel
Prikkeldrempel
Synaps
Zenuwcellen
Effector
Reactie
iets dat je waarneemt en waarop je reageert, een verandering in de omgeving
bepaalde cellen die zorgen voor het geleiden
Activiteit van een organisme als gevolg van een verandering in de omgeving
vertakkingen die impulsen opnemen en doorgeven
opgebouwd uit een uitloper en een cellichaam, ook wel neuronen, liggen in of vlakbij het centrale zenuwstelsel.
plaats waar de impulsen van de ene cel naar de andere door worden gegeven
cellen die specifiek gevoelig zijn voor bepaalde veranderingen
bestaat uit zenuwen die alle delen van het lichaam verbinden met het andere deel van het zenuwstelsel
bestaat uit grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
Situatie waardoor alleen veranderingen boven een bepaalde sterkte effect hebben.
organen dat veranderingen in de omgeving kan waarnemen
spiercellen en kliercellen
geleiden de impulsen, eromheen zit de myeline