De
sluitertijd
wordt
grotendeels
bepaald
door
het
aanwezige
natuurlijke
of
kunstmatige
(
flits
)
____________________
.
Afhankelijk
daarvan
kun
je
aanpassingen
doen
om
tot
de
gewenste
sluitertijd
te
komen
.
Als
de
sluitertijd
te
lang
is
om
een
onbewogen
foto
te
krijgen
,
dan
kun
je
er
bijvoorbeeld
voor
kiezen
de
____________________
waarde
te
____________________
of
het
____________________
verder
te
____________________
.
De
tijd
dat
de
sluiter
open
blijft
wordt
aangeduid
in
een
deel
van
een
____________________
,
en
dat
is
een
breuk
.
Over
het
algemeen
is
het
rekenen
met
breuken
een
drempel
voor
velen
,
maar
in
het
geval
van
sluitertijden
is
het
niet
zo
moeilijk
als
het
klinkt
.
Ik
begin
met
een
sluitertijd
van
1
seconde
.
Dit
is
eenvoudig
weergegeven
als
?
1
?
Als
we
die
tijd
halveren
levert
dat
een
halve
seconde
op
,
ofwel
weergegeven
als
?
1
/
____________________
?
Als
we
vervolgens
die
tijd
opnieuw
halveren
levert
het
een
kwart
seconde
op
:
1
/
____________________
Wederom
de
tijd
halveren
levert
een
achtste
seconde
op
:
1
/
____________________
Bij
korte
sluitertijden
moet
u
wel
opletten
of
de
camera
het
benodigde
____________________
kan
instellen
om
zo
te
komen
tot
een
goede
belichting
.