New Activity
Play Quiz
1. 
Waarden en normen kunnen op verscheidene manieren worden doorgegeven. Duid aan op welke wijzen dit kan
A.
De leerkracht die zegt dat iedereen elkaar moet laten uitpraten omdat dit een uiting is van respect en beleefdheid.
B.
Grootvader die zijn hoofd buigt naar mensen die hij tegenkomt op straat
C.
Het liedje 'Jimmy' van Boudewijn De Groot.
D.
Beelden van mannen die een deel van een gevel dragen van huizen, sterk aanwezig in het straatbeeld van vele voormalige USSR-landen.
2. 
Waarden en normen kunnen op verscheidene manieren worden doorgegeven. Duid aan op welke wijzen dit kan
A.
Het boek over Griekse mythen en sagen.
B.
Winkels die op zondag sluiten.
C.
VTM Nieuws met den Danny.
3. 
Waarden en normen kunnen doorgegeven worden van ... (duid het juiste antwoord/antwoorden aan)
A.
groep naar groep
B.
groep naar individu
C.
individu naar individu
D.
individu naar groep
4. 
Mits voldoende informatie, cijfers en wetenschappelijke argumentatie kunnen waarden en normen makkelijker veranderen.
A.
Juist
B.
Onjuist
5. 
Ken jij het eerste artikel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens? Vul aan: Alle mensen worden _____ en _____ in waardigheid en rechten geboren.
6. 
Kan je een waarde noemen die mevrouw Perkisas in haar lessen hanteert?
7. 
Kan je normen koppelen aan de waarde die je zonet hebt beschreven (de waarde(n) die mevrouw Perkisas in haar lessen hanteert)?
8. 
In de lessen plaatsten we veranderende visies in een historisch perspectief op vlak van veiligheid, maatschappelijke positie en inzake de rechten en plichten van het kind (en jongeren). WELKE VAN ONDERSTAANDE ANTWOORDEN IS EEN CORRECTE UITSPRAAK INZAKE EEN VERANDERENDE VISIE MBT VEILIGHEID?
A.
De wet over kinderarbeid in België in het begin van de 20e eeuw maakte dat kinderen onder 15 jaar niet meer mochten werken. Ondanks de boetes die de werkgevers kregen, kwam kinderarbeid toch nog voor. De bijkomende wet van schoolplicht voor kinderen zorgde mee voor een daling van kinderarbeid.
B.
Sinds 2006 zijn kinderzitjes in de auto verplicht. Maar kinderen groter dan 1.35m of volwassenen (+18 jarigen) mogen zonder gordel in een auto rijden
C.
Een studie van Morrongielloa, B.A. en Dawber, T (1999) onderzocht de interactie van ouders met hun kinderen tijdens een vrij speeluur. Uit deze studie bleek dat de wijze waarop ouders met hun kinderen op jonge leeftijd communiceerden een grotere risicobereidheid door jongens dan meisjes bevorderde en de ouders meisjes kwetsbaarder bevonden dan jongens.
9. 
In de lessen plaatsten we veranderende visies in een historisch perspectief op vlak van veiligheid, maatschappelijke positie en inzake de rechten en plichten van het kind (en jongeren). WELKE VAN ONDERSTAANDE ANTWOORDEN IS EEN CORRECTE UITSPRAAK INZAKE EEN VERANDERENDE VISIE MBT MAATSCHAPPELIJKE POSITIE?
A.
Bij de voorstelling van de Canadeese regering in 2015, vroeg een journalist aan de premier Justin Trudeau waarom het zo belangrijk voor hem was een gender-balanced (i.e. evenveel mannen als vrouwen) kabinet te vormen. Zijn antwoord was 'Omdat het 2015 is'.
B.
Pools parlementslid Janusz Korwin-Mikk sprak in 2017 over de kwestie van ongelijke loon voor gelijk werk tussen mannen en vrouwen, en zei dat "vrouwen natuurlijk minder moeten verdienen dan mannen want ze zijn zwakker, kleiner en minder intelligent.".
C.
In 2015 werd in Vlaanderen het eerste vluchthuis voor mannen geopend.
D.
Een man die pas vader is geworden mag maximum 10 dagen vaderschapverlof opnemen in de periode 4 maanden na de bevalling.
10. 
BOVENSTAANDE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN WAREN GENDER-GERELATEERD. OP WELKE MANIER KUNNEN GENDERROLLEN EN GENDERROLPATRONEN WORDEN DOORGEGEVEN? Denk aan de eerste vraag hoe cultuur kan doorgegeven worden: expliciet toegelicht, via beweging, via muziek, via beelden, schriftelijk, impliciet via gewoonten of via (nieuws)media. Schrijf voor elk van deze wijze een voorbeeld op en breng deze mee naar de les.
11. 
In de lessen plaatsten we veranderende visies in een historisch perspectief op vlak van veiligheid, maatschappelijke positie en inzake de rechten en plichten van het kind (en jongeren). WELKE VAN ONDERSTAANDE ANTWOORDEN IS EEN CORRECTE UITSPRAAK INZAKE EEN VERANDERENDE VISIE MBT DE RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET KIND (EN JONGEREN)?
A.
Vanaf 2018 krijgen jongeren vanaf 16 jaar stemrecht.
B.
Kinderen hebben recht op onderwijs en schoolplicht.
C.
Jongeren mogen vanaf 15 jaar seks hebben.
D.
Jongeren mogen vanaf hun 18 jaar pas een Duvel drinken.
12. 
WAT VOND JE VAN DEZE QUIZ? Had je deze vragen kunnen oplossen zonder dat je de les had gevolgd/nagelezen? Alle relevante feedback is welkom!