1
voorbereidingen
2
inleggen in een marinade om het product te verzachten, te doortrekken en te aromatiseren.
3
mengeling van kleingesneden groenten of vruchten, koud of warm verwerkt
4
besterven om malser te worden
5
bevochtigen
6
uien, wortelen, spek en peterselie
7
fijn gesneden driehoekjes van groenten, 1cm op 1cm
8
aromatische samenstelling bestaande uit wijn of azijn, kruiden, groenten en een scheutje olie waarin men producten laat marineren.
9
gestoofde aromaten.
10
een gerecht laten kleuren in de oven of onder de salamander door toevoeging van vetrijke zuivelproducten
11
fijne reepjes groenten van 1mm dik en ongeveer 5cm lang
12
een samenstelling van room en eierdooiers
13
afsnijdsels, die bij het vormen ontstaan zoals vel, zenuwen, beenderen
14
met een laagje bedekken
15
laten glanzen. Het sterk koelen van vloeistof.
16
opkloppen
17
het in de juiste vorm snijden van een product door het overtollige vet weg te snijden
18
doorrijgen met spekreepjes
19
gerechten omhullen om na het bakken van een korstje te voorzien
20
binden