New Activity
Play Quiz
1. 
Wanneer bestaan de chromosomen in de meiotische delingen uit één chromatide?
A.
alleen in de meiose I
B.
alleen in de meiose II
C.
zowel in de meiose I als in de meiose II
D.
in géén enkel van beide melodische delingen
2. 
In de eierstok kunnen we verschillende types cellen in verschillende stadia van ontwikkeling aantreffen. Ook zijn er cellen aanwezig die meiose ondergaan voor de aanmaak van de eicellen. Welke van de volgende vier cellen die we in de eierstok van een vrouw kunnen aantreffen heeft de grootste hoeveelheid DNA?
A.
een cel tijdens metafase I
B.
een cel tijdens metafase II
C.
een hormoonproducerende cel, direct nadat deze is ontstaan
D.
een rijpe eicel
3. 
Wat is het verschil tussen de metafase van de eerste meiotische deling en de metafase van de tweede meiotische deling?
A.
In metafase II zijn er dubbel zoveel chromosomen aanwezig.
B.
In metafase II zijn er viermaal zoveel chromatiden aanwezig.
C.
In metafase II zijn er dubbel zoveel chromatiden aanwezig.
D.
In metafase II is de helft van het aantal chromosomen aanwezig.
4. 
De verschillende delingsstadia van cellen wordt bestudeerd bij een rund (2n=60). Er treden geen mutaties op. Hoeveel chromosomen bevat een cel van de uier van deze koe?
A.
30
B.
60
C.
90
D.
120
5. 
Welke van onderstaande cellen zijn diploïd? Let op: duid alle juiste antwoorden aan!
A.
eicel
B.
een cel in metafase II
C.
een huidcel
D.
een cel in metafase I
E.
een cel in profase II
F.
een cel in profase I