New Activity
Play Alphabet Game
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
Z
Begint met  
A
De verliezer is diegene die (afvallen)
Begint met  
B
Wanneer (beantwoorden) jij je mails?
Begint met  
C
Mijn vrienden en ik (communiceren) via whatsapp.
Begint met  
D
Ik (denken) dat ik beter thuis blijf.
Begint met  
E
De juf (evalueren) ons altijd eerlijk.
Begint met  
F
(flossen) jullie je tanden elke dag?
Begint met  
G
Welk merk van tandpasta (gebruiken) jij?
Begint met  
H
Mark (houden) niet van asperges.
Begint met  
I
Tijdens het toneel moesten de acteurs veel (improviseren).
Begint met  
J
Als ... achter de persoonsvorm staat, moeten we enkel de 'stam' noteren.
Begint met  
K
Sam (kunnen) niet over het paaltje springen, hij is te klein.
Begint met  
L
In België (leven) er geen krokodillen in de wilde natuur.
Begint met  
M
Klikspaan, jij (melden) alles aan de leerkracht.
Begint met  
N
Ik (niezen) altijd heel grappig.
Begint met  
O
Je papa (ondervinden) dagelijks veel hinder in het verkeer.
Begint met  
P
Ik (proberen) 2 uur in de week te sporten.
Begint met  
Q
De juryleden (quoteren) de dansers op hun danspassen.
Begint met  
R
Jij (raden) nooit wat ik gisteren in de winkel gekocht heb!
Begint met  
S
(Schudden) jij eerst de bus fruitsap voor je hem opent?
Begint met  
T
(Tellen) tot 100 voor je ons komt zoeken!
Begint met  
U
Geef de infinitief van de persoonsvorm in volgende zin: 'Ik kies uit'.
Begint met  
V
De spion (verraden) alle geheimen aan de vijand.
Begint met  
W
De hond (wandelen) mooi naast mij.
Begint met  
Z
Je (zenden) een antwoord per post.