New Activity
Play Quiz
1.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
dinsdag
B.
woensdag
C.
maandag
D.
vrijdag
2.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
zondag
B.
donderdag
C.
maandag
D.
woensdag
3.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
dinsdag
B.
zondag
C.
zaterdag
D.
vrijdag
4.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
zondag
B.
dinsdag
C.
donderdag
D.
zaterdag
5.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
dinsdag
B.
woensdag
C.
zaterdag
D.
maandag
6.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
zondag
B.
donderdag
C.
maandag
D.
zaterdag
7.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
donderdag
B.
woensdag
C.
maandag
D.
zondag
8.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
dinsdag
B.
zondag
C.
maandag
D.
zaterdag
9.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
dinsdag
B.
zaterdag
C.
zondag
D.
vrijdag
10.  []
Welke dag van de week hoor je?
A.
zondag
B.
donderdag
C.
woensdag
D.
zaterdag