New Activity
Play Quiz
1. 
De hersens van iemand met autisme werken anders dan de hersens van iemand die geen autisme heeft.
A.
Waar
B.
Niet waar
2. 
Autisme kan veroorzaakt worden door een slechte opvoeding.
A.
Waar
B.
Niet waar
3. 
Een jongere met autisme heeft het moeilijk om vriendschappen met leeftijdsgenoten aan te gaan.
A.
Waar
B.
Niet waar
4. 
Autisme kan genezen worden met medicatie.
A.
Waar
B.
Niet waar
5. 
Autisme komt alleen voor bij mannen, nooit bij vrouwen.
A.
Waar
B.
Niet waar
6. 
Iemand met autisme heeft om moeilijk om uitdrukkingen te begrijpen (bv de kat uit de boom kijken)
A.
Waar
B.
Niet waar
7. 
Iemand met autisme kan zich moeilijk in een ander persoon inleven.
A.
Waar
B.
Niet waar
8. 
Een kind met autisme kan niet leren.
A.
Waar
B.
Niet waar