New Activity
Play Fill in the Blanks Game
1 . Hij staat op zijn hoofd . - Hij ____________________ op zijn hoofd .
2 . Waarom eten jullie met je vingers als jullie ontbijten ? - Waarom ____________________ jullie met je vingers als jullie ____________________ ?
3 . Waarom houdt u het boek tegen uw kin ? - Waarom ____________________ u het boek tegen uw kin .
4 . Ik lees het op zijn gezicht . - Ik ____________________ het op zijn gezicht .
5 . Zij vraagt dat met haar ogen , zie je dat niet ? - Zij ____________________ het met haar ogen , ____________________ je dat niet ?
6 . Ik lig altijd op mijn buik . - Ik ____________________ altijd op mijn buik .
7 . We doen dat natuurlijk niet met onze ellebogen . - We ____________________ dat natuurlijk niet met onze ellebogen .
8 . Kunnen jullie dat ook met je benen ? - ____________________ jullie dat ook met je benen ?
9 . Dat mag niet met je tong , het moet met je lippen . - Dat ____________________ niet met je tong , het ____________________ met je lippen .
10 . Dat komt echt uit hun hart . - Dat ____________________ echt uit hun hart .
11 . Ze spreken met hun lichaam , weet je dat ? - Ze ____________________ met hun lichaam , ____________________ je dat ?
12 . We gaan op onze tenen naar buiten . - We ____________________ met onze tenen naar buiten .
13 . Hij vindt haar hals en vooral haar haar heel mooi . - Hij ____________________ haar hals en vooral haar haar heel mooi .
14 . Daan slaapt op zijn rug . - Daan ____________________ op zijn rug .
15 . Hij loopt met zijn arm om haar schouders . - Hij ____________________ met zijn arm op haar schouders .
16 . Krijgt u nog geen pijn in uw knie ? n ? - ____________________ u nog geen pijn in uw knie ? n ?
17 . De pijn in mijn borst , voorhoofd en polsen blijft . - De pijn in mijn borst , voorhoofd en polsen ____________________ .
18 . Beginnen ze eindelijk hun oren te gebruiken ? - ____________________ ze eindelijk hun oren te ____________________ ?
19 . Drinken jullie dat tegen de maagpijn ? - ____________________ jullie dat tegen de maagpijn ?
20 . Ik neem deze medicijnen voor mijn neus . - Ik ____________________ deze medicijnen voor mijn neus .
21 . Hij lijkt tamelijk gezond , met zijn dikke wangen . - Hij ____________________ tamelijk gezond , met zijn dikke wangen .
22 . Haar wimpers en wenkbrouwen zijn rood , zegt men . - Haar wimpers en wenkbrouwen ____________________ rood , ____________________ men .
23 . Waar heb je pijn , aan je hiel of je enkel ? - Waar ____________________ je pijn , aan je hiel of je enkel ?
24 . De zon schijnt in mijn nek . - De zon ____________________ in mijn nek .
25 . Jullie nagels worden lang . - Jullie nagels ____________________ lang .
26 . Waarom geeft u hem geen hand ? - Waarom ____________________ u hem geen hand ?
27 . Waarom kijkt u zo naar haar voetjes ? - Waarom ____________________ u zo naar haar voetjes ?