Print Quiz: Rationale getallen (mathematics

1.

De rekenregels voor gehele getallen en rationale getallen zijn hetzelfde behalve

A.

bij het optellen en aftrekken waar je eerst gelijknamig moet maken

B.

bij het vermenigvuldigen en delen waar je eerst gelijknamig moet maken

C.

dat je altijd eerst gelijknamig moet maken

D.

dat er geen negatieve rationale getallen zijn

2.

Bij bewerkingen met breuken moet je eerst

A.

alle breuken gelijknamig maken

B.

waar mogelijk vereenvoudigen

C.

ordenen van klein naar groot

3.

Bij het vermenigvuldigen van breuken

A.

moet je ook schuin vereenvoudigen waar mogelijk

B.

moet je de tweede breuk omdraaien en dan delen

C.

moet je eerst gelijknamig maken

4.

Delen door een breuk

A.

gaat niet

B.

gaat alleen met een rekentoestel

C.

is vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk

D.

is het zelfde als vermenigvuldigen

5.

Bij het cijferen met kommagetallen

A.

moet ik de komma's onder elkaar zetten

B.

moet ik de getallen rechts onder elkaar zetten

C.

moet ik de getallen links onder elkaar zetten