1
Dit voorwerp heeft als uiteinde de vorm van een kruis. Hij past in een schroef met twee gleufjes die samen een kruis vormen. Schroevendraaiers zijn er in vele verschillende maten, zowel in lengte als in breedte voor de schroeven.
2
Bij dit gereedschap is het uiteinde een rechte streep, die in een schroef met een rechte gleuf past.
3
Hiermee kan je verschillende bewerkingen uitvoeren. Denk maar aan: draden doorknippen, dunne buizen vastgrijpen, draden torsen en plooien…
4
Of striptang, gebruiken we om een stukje isolatiemateriaal rond een elektriciteitsdraad te verwijderen. De bek van de striptang is niet gebogen, maar vormt een hoek. In beide bekjes zit een uitsnijding die we rond de draad kunnen klemmen. Met het wieltje aan de zijkant van de bek, kan je de bek meer open of dicht draaien. Zo kan je ervoor zorgen dat je alleen de isolatie doorknipt en de elektriciteitsdraad niet beschadigt.
5
Dit gereedschap is handig bij het vastnemen van draden of dergelijke tijdens het bewerken. Je hebt ook nog een ronde bektang, die gebruiken we om elektrische geleiders te plooien.
6
Dit heb je nodig om metalen met elkaar te verbinden met soldeertin. Het werkt pas wanneer het soldeertin warm is.
7
Dit gebruiken we om werkstukken te klemmen bij machinale bewerkingen, bv. bij het boren.
8
Dit gereedschap kan je zowel gebruiken voor metaal, kunststof als hout. Dit is afhankelijk van welk zaagje in je zaagbeugel plaatst. Bij het plaatsen van het zaagje is het belangrijk dat de tandjes naar het handvat wijzen.
9
Dit heeft niet alleen een meetlat, maar ook beweegbare meetbekken. Je gebruikt het om de diameter van een voorwerp te meten. Dit kan zowel aan de binnenzijde (de diameter van een opening) als aan de buitenzijde (de breedste maat van een voorwerp). Bovendien kan je met dit veel nauwkeuriger meten dan met een meetlat, nl. tot op één tiende van een mm nauwkeurig!
10
Hiermee controleer je of een hoek “haaks” is, d.w.z. of het een hoek van 90° is. Bij een hoek van 90° staan de zijden loodrecht op elkaar. Je kan het dus ook gebruiken om loodrechte lijnen te tekenen.
11
Is een hamer die aan één kant een rond vlak heeft en aan de andere kant een spitse punt. Je hebt ze in verschillende groottes. Vooral plaatwerkersgebruiken ze.
12
Gebruik je om dingen te knippen waarvoor een schaar niet geschikt is, bv. ijzerdraad. De bek bestaat uit 2 delen die tegen elkaar aansluiten. Ze hebben elk een scherpe snede waarmee je knipt.
13
Bestaat uit verschillende lengtes, maar is nooit langer dan 1 m. Je kan er tot op 1 mm nauwkeurig mee meten.
14
Gebruik je om kleine, ondiepe gaatjes te prikken (= af te tekenen) in hout. Dit doe je altijd vooraleer je gaat boren. Dit voorwerp is heel scherp, wees dus voorzichtig om het te gebruiken en op te bergen.
15
Of spijker. Het zijn metalen staafjes met bovenaan een kopje en onderaan een punt. Ze bestaan in verschillende lengtes en dikten. De kopjes kunnen verschillende vormen hebben. Het verschil met een vijs is dat de spijker geen schroefdraad heeft. Spijkers gebruiken we onder andere om hout vast te spijkeren ("nagelen").
16
Dit is ringvormig. Aan de binnenzijde is een schroefdraad aangebracht. Als de diameter van een bout en een moer even groot zijn, kan je de moer op de bout draaien.
17
Of schroef is een middel om voorwerpen met elkaar te verbinden. Het bestaat uit een cilindervormig deel waarrond een schroefdraad is aangebracht die eindigt op een punt. Het andere uiteinde heeft een verbreding met een gleuf waarin een schroevendraaier past.
18
Dit bestaat uit een cilindervormig deel waarrond een schroefdraad is aangebracht. Aan één einde heeft dit een verbreding, de zogenaamde kop. Het andere uiteinde is stomp.
