Er
zijn
drie
verschillende
werkstatuten
.
je
kan
namelijk
____________________
zijn
,
dan
werk
je
voor
je
zelf
en
is
er
geen
____________________
.
Maar
je
kan
ook
____________________
zijn
voor
een
onderneming
,
dan
werk
je
voor
je
een
____________________
en
krijg
je
een
loon
voor
je
geleverde
arbeid
.
Loontrekkende
kunnen
we
nog
eens
opsplitsen
in
2
categorieën
namelijk
____________________
,
dan
verricht
je
hoofdzakelijk
handarbeid
en
krijg
je
een
____________________
voor
je
arbeid
of
____________________
dan
verricht
je
vooral
hoofdarbeid
en
krijg
je
een
____________________
of
____________________
voor
je
arbeid
.
Tot
slot
kan
je
er
ook
voor
kiezen
om
voor
de
____________________
te
werken
.
iemand
die
voor
de
overheid
werkt
noemen
we
____________________
.