New Activity
Play Quiz
1. 
Hoe heet de poes?
A.
Meneer Selderslag
B.
Fluffie
C.
Raf
2. 
In het verhaal hoorde je volgende zin: 'Ik heb een kaart voor u'. Wie is ik?
A.
postbode Raf
B.
poes Fluffie
C.
mevrouw Vinkenhof
3. 
In het verhaal hoorde je volgende zin: 'Ik heb een kaart voor u.' Wie ontvangt een kaart?
A.
mevrouw Vinkenhof
B.
meneer Selderslag
C.
de familie Mols
4. 
Waarom praat Raf vaak in zichzelf?
A.
Hij is bang omdat hij alleen is.
B.
De straten zijn veel te lang, hij is boos.
C.
Er is niemand op straat, hij voelt zich alleen.
5. 
Wat gebeurt er eerst?
A.
Niemand is thuis.
B.
De poes volgt Raf een hele week.
C.
De familie Mols knuffelt de kat bijna dood.
6. 
Wat gebeurt er eerst?
A.
De poes loopt weg.
B.
Fluffie krijgt een plaatsje in een asiel.
C.
De familie Mols gaat op reis.
7. 
Hoe voelt de poes zich op het einde van het verhaal?
A.
boos
B.
blij
C.
verdrietig
8. 
Wie waren de hoofdpersonages? (Je moet er meerdere aanduiden.)
A.
Raf
B.
mevrouw Vinkenhof
C.
meneer Selderslag
D.
Fluffie
9. 
In welk seizoen speelt het verhaal zich af?
A.
Lente
B.
Zomer
C.
Herfst
D.
Winter