New Activity
Play Quiz
1. 
1. “Ik kijk elke keer uit naar de komst van Anja, de stagiaire. Ze maakt echt tijd voor mij, ze laat me telkens vertellen over mijn kindertijd. Als ze eventjes tijd heeft, komt ze een praatje met me maken en ik zie dat ze ook echt luistert, niet zomaar omdat het van haar wordt verwacht”.
A.
Echtheid
B.
Empathie
C.
Onvoorwaardelijke acceptatie
2. 
2. Je werkt in een medisch pedagogisch centrum. Binnenkort is het 6 december en dan worden de ouders van de kinderen uitgenodigd voor het sinterklaasontbijt. De verantwoordelijke vraagt aan jou om samen met je collega’s het lokaal gezellig te versieren. Je stemt hiermee in en belooft op jouw vrije dag hier even voor langs te komen. Je gaat samen met jouw collega alvast de versiering op zolder gaan zoeken. Je moppert tegen jouw collega: “Dat is wel vervelend, de verantwoordelijke vraagt om aanwezig te zijn op mijn vrije dag!”
A.
empathie
B.
geen echtheid
C.
Onvoorwaardelijke acceptatie
3. 
3. Een vriendin van jou is net bevallen van een zoontje, Basil. Ze heeft al een dochtertje van drie jaar, Fien. Ze vertelt dat Fien sinds kort terug in haar bedje plast en meer en meer ongelukjes heeft, ze was nochtans reeds zindelijk. Je hebt dit zelf ooit meegemaakt en reageert als volgt: “Het is inderdaad niet gemakkelijk om nu voor Fien te zorgen met de zorg van Basil erbij. Waarschijnlijk zoekt Fien haar plaatsje terug in het gezin nu er een broertje bij is”.
A.
Echtheid
B.
Empathie
C.
Onvoorwaardelijke acceptatie
4. 
4. Je werkt in een dokterspraktijk in een vrij dure en deftige buurt. Dit merk je ook aan de patiënten: het zijn telkens zeer verzorgde, nette personen. Ook de praktijk zelf is zeer weelderig ingericht. Tijdens het vrij spreekuur komt er een oudere dame binnen die nogal verward kijkt. Ze heeft twee verschillende sokken aan onder een te korte, afgewassen broek met een gekke bloemenblouse erboven. Ze staat aan de ingang slecht op haar gemak wat rond te dralen. Je gaat haar aanspreken en helpt haar een plaatsje te zoeken in de wachtkamer.
A.
Echtheid
B.
Empathie
C.
Onvoorwaardelijke acceptatie
5. 
5. Je wil graag met kinderen werken later, maar jouw stage vindt plaats in een woonzorgcentrum. Je vindt het moeilijk om een band te vinden met de patiënten. Je probeerde om bij hen te gaan zitten en een praatje te slaan, maar dat lukt maar niet. Je voelt van jezelf dat je dan echt niet natuurlijk overkomt. Je kreeg de tip van het diensthoofd om in je vrije momenten de krant te nemen en daarmee in de living te gaan zitten. Je vond dit een zeer bizarre raad omdat dit toch wel erg afstandelijk overkomt. Al snel komen er enkele ouderen vragen om stukjes voor te lezen, omdat ze zelf niet goed meer kunnen lezen. Je leest hen rustig voor en merkt dat je op deze manier wel iets kan betekenen voor de bewoners.
A.
Echtheid
B.
Empathie
C.
Onvoorwaardelijke acceptatie
6. 
6. Je werkt aan de receptie in een algemeen ziekenhuis. Er komt een vrouw nogal verward vragen waar haar dochter ligt. Je ziet dat ze een grote roze ballon bij heeft met “proficiat een dochter”. Je vraagt of haar dochter net bevallen is. Ze glundert en knikt. Maar in haar verwarring heeft ze een roze ballon gekocht, in de plaats van een blauwe voor haar kleinzoon. Ze vreest een beetje voor haar dochter haar reactie. “Elke grootmoeder mag wel even verward zijn bij zo’n gebeurtenis. Jouw dochter zal misschien even verward kijken doordat het ook voor haar een drukke dag is, maar het zal al snel een heel tof grapje worden”. De vrouw kijkt opgelucht.
A.
Echtheid
B.
Empathie
C.
Onvoorwaardelijke acceptatie