New Activity
Play Matching Pairs

Duitsland en Oostenrijk mogen zich volgens het Verdrag van Versailles niet bij elkaar aansluiten. In 1938 gebeurt dat toch. Het Duitse leger rijdt zonder enige tegenstand de grens met Oostenrijk over en Hitler voegt zijn geboorteland toe aan het Duitse Rijk. Daarna is het de beurt aan Sudetenland, een gebied in het noorden van Tsjecho-Slovakije waar bijna alleen Duitsers wonen. Het is duidelijk: Duitsland wil terug wat het in 1919 werd afgenomen. De oorlogsdreiging wordt met de dag groter ...

Kort nadat Hitler aan de macht komt, brandt het parlement, de Rijksdag, ‘toevallig’ helemaal af. Een jonge communist wordt als ‘dader’ gevat en Hitler maakt daarvan gebruik om zijn communistische politieke tegenstanders vleugellam te maken. Bij de volgende verkiezingen datzelfde jaar haalt de NSDAP 44 % van de stemmen en kunnen ze regeren zonder verdere tegenstand. De nazi’s veranderen de kieswet zodanig dat er alleen nog op de NSDAP kan gestemd worden. In 1934 sterft president Hindenburg en Hitler wordt dan zowel president als rijkskanselier. Nu is hij een dictator (alleenheerser).

28 juni 1919 Het Verdrag van Versailles wordt ondertekend. In dat verdrag, dat de vrede moet bewaren, staat hoe Duitsland gestraft wordt. De straf is loodzwaar, maar Duitsland heeft geen keuze en gaat gedwongen akkoord.

1929 Het is crisis in heel de wereld. Overal sluiten fabrieken. Miljoenen mensen verliezen hun job. Duitsland wordt extra hard getroffen. Ze kunnen de herstelbetalingen en hun schulden niet meer betalen. Veel Duitsers leven in armoede.

In het verdrag staat bijvoorbeeld dat Duitsland geen sterk leger of zware wapens mag hebben: geen onderzeeërs, geen zware tanks, geen luchtmacht ... Men wil in geen geval dat Duitsland opnieuw een sterk land wordt. Duitsland moet ook land afgeven aan enkele buurlanden. Aan Polen en Denemarken bijvoorbeeld, maar ook aan België. Duitsland moet de enorme oorlogsschade betalen. Die herstelbetalingen dienen om de getroffen landen opnieuw op te bouwen.

Hitler en zijn NSDAP halen na de crisis van 1929 steeds betere resultaten in de verkiezingen door hun beloftes een einde te maken aan de herstelbetalingen. President Hindenburg benoemt Hitler in 1933 tot rijkskanselier (eerste minister). Hitler moet wel nog rekening houden met heel wat andere partijen die deel uitmaken van zijn regering. Hij kan niet zomaar doen wat hij zou willen. Hij roept meteen nieuwe verkiezingen uit voor datzelfde jaar.

1919-1920 De wereld likt zijn wonden. De oorlog is gedaan, maar het leed daarom nog niet. Miljoenen slachtoffers worden betreurd, hele dorpen en steden zijn verwoest, mensen staan op straat ... De schuldigen worden aangeduid: de Centralen, met Duitsland op kop. Zij hebben immers de oorlog verloren.

De Duitsers zijn kwaad. De herstelbetalingen zijn veel te zwaar. De bevolking neemt het niet dat Duitsland alle schuld krijgt en zo zwaar gestraft wordt.

11 november 1918 Na vier jaar strijd geeft Duitsland zich over. De Groote Oorlog is eindelijk voorbij. Ook nu nog herdenken we op 11 november Wapenstilstand. Heel de wereld haalt opgelucht adem. Iedereen hoopt dat deze oorlog de laatste was. In de straten klinkt luid: ‘Nooit meer oorlog!’

De NSDAP, een nieuwe Duitse politieke partij, beweert oplossingen te hebben voor de problemen waar Duitsland mee kampt. Deze ‘nazi’s’ en hun leider Adolf Hitler zeggen dat zij zullen zorgen voor een betere toekomst. Hitler belooft een einde aan de werkloosheid. Hij wijt alle problemen aan de Joden en de communisten. Hij zal het Verdrag van Versailles verscheuren! Zo zal Duitsland opnieuw een groot en machtig land worden. Steeds meer mensen geloven Hitler en de NSDAP.

Tekst 1

Tekst 3

Tekst 4

Tekst 9

Tekst 7

Tekst 10

Tekst 2

Tekst 6

Tekst 5

Tekst 8