1
de allelen zijn verschillend van elkaar
2
twee gelijke allelen
3
je moet homozygoot zijn vooraleer dit allel tot uiting komt
4
uiterlijke verschijningsvorm
5
wat mee invloed heeft voor het fenotype
6
het geheel van genen als dragers van de erfelijke kenmerken
7
dit erfelijk kenmerk komt altijd tot uiting als het aanwezig is
8
hiervan kun je twee verschillende hebben
9
een stukje DNA op een chromosoom dat de code voor een eiwit bevat