New Activity
Play Quiz
1. 
HOE heet de onderzoeker die het Stanford Prison experiment opzette?
A.
Arthur Stanford
B.
Phillip Zimbardo
C.
Solomon Asch
D.
Stanley Milgram
2. 
Zonder dat er ons nadrukkelijk om gevraagd wordt, passen we ons gedrag aan het gedrag van de groep aan. DIT HEET:
A.
Gehoorzaamheid
B.
Helpen
C.
Conformisme
D.
Assertiviteit
3. 
HOE zag het experiment van Milgram er uit?
A.
Leraar (= medewerker) dient schokken toe aan leerling (=proefpersoon), onder toezicht van de onderzoeker
B.
Leraar (= proefpersoon) dient schokken toe aan leerling (=onderzoeker), onder toezicht van de medewerker
C.
Leraar (= proefpersoon) dient schokken toe aan leerling (=medewerker), onder toezicht van de onderzoeker
4. 
Wat is GEEN bevinding van Milgram?
A.
Het feit dat dat de proefpersoon geleidelijk van kleine tot grote schokken kwam, bevorderde de gehoorzaamheid
B.
Uiterlijke kenmerken zoals het uniform van de proefleider en de plaats bevorderen het gehoorzamen
C.
Morele overtuigingen speelden een grote rol: mensen stopten met het experiment als ze niet akkoord gingen met wat hen opgedragen werd
D.
Sociale klasse had geen significante invloed op de gehoorzaamheid
5. 
De hypothese van Asch: Bij het opzetten van zijn experiment ging Solomon Asch er van uit dat mensen steeds weerstand bieden aan een groep als zij objectief gezien en op basis van wat ze met eigen ogen waarnemen, overtuigd zijn van hun gelijk
A.
Hypothese werd bevestigd
B.
Hypothese werd weerlegd
6.  []
Welke vorm van beïnvloeding is dit?
A.
Sociaal lanterfanten
B.
Helpen
C.
Conformisme
D.
Gehoorzaamheid
7.  []
Welke vorm van beïnvloeding is dit?
A.
Sociaal lanterfanten
B.
Helpen
C.
Conformisme
D.
Gehoorzaamheid
8. 
Wat is NIET WAAR omtrent het Stanford Prison experiment?
A.
De jongens die bewaker werden en de jongens die gevangene werden verschilden niet van elkaar vóór het experiment
B.
Het onderzoek ging enkel om het “effect van de gespeelde rol” (gevangene/bewaker) op het gedrag
C.
Het experiment liep uit de hand: de onderzoekers trapten in hun eigen val en begonnen zich zelf te gedragen als de gevangenisdirecteur
D.
Iemand van de bewakers zei tijdens het experiment:“zo kan het niet meer verder”
9. 
Welke vorm van beïnvloeding is dit? “Een heel boekje lotjes kopen ten voordele van de school van Hans vond Bert wat overdreven. Hij heeft er twee gekocht: 2 euro vond hij al meer dan voldoende om te geven”
A.
Sociaal lanterfanten
B.
Inschikkelijkheid
C.
Helpen
D.
Gehoorzaamheid
10. 
Welke van deze experimenten worden wel eens bekritiseerd om ethische redenen?
A.
Stanford Prison & Asch experiment
B.
Stanford Prison & Milgram experiment
C.
Milgram & Asch experiment
D.
Stanford Prison, Milgram & Asch experimenten